Zondag 7 februari
Lekker een dagje
uitrusten, bij het ontbijt spreek ik nog een jonge duitse fietser die via
Europa, Turkije, Iran, Pakistan, India, Bangladesh en nog een stukje India
Myanmar is binnengekomen. Van hem krijg ik
nog wat info, een Bangladesh simcard en wissel ik wat Indiaase roepies. ’s
Middags nog mijn fiets laten wassen voor 35 cent en voor de rest van de dag wat
gelezen en mijn blog bijgewerkt.
Maandag 8
februari. Van Kalemyo naar Moreh, India
Het is nog donker
als ik Kalemyo uit rij, ik wil graag op tijd in Tamu aan de grens zijn, om
vandaag nog in India aan te komen. Na wat kleine heuveltjes, kom ik op een
prachtig vlakke weg; de India-Myanmar friendship road.
Overal staan zuiltjes die de friendship benadrukken, ben benieuwd of er ook een gedeelte in India is. Voor de bruggen op de friendshiproad moet nog gespaard worden van daar verandert de weg telkens en moet je over een smal wankelbruggetje, waar de planken vaak wijd uit elkaar liggen. Voor je het weet zit je er met je wiel tussen. Wat opvalt hier is dat er veel tentenkampen zijn, dit zijn mensen die uit de bergen zijn gevlucht om hier wat werk te zoeken.
de bruggen zaten heel duidelijk niet in het project |
naar goed Indiaas gebruik; Leuke teksten |
Overal staan zuiltjes die de friendship benadrukken, ben benieuwd of er ook een gedeelte in India is. Voor de bruggen op de friendshiproad moet nog gespaard worden van daar verandert de weg telkens en moet je over een smal wankelbruggetje, waar de planken vaak wijd uit elkaar liggen. Voor je het weet zit je er met je wiel tussen. Wat opvalt hier is dat er veel tentenkampen zijn, dit zijn mensen die uit de bergen zijn gevlucht om hier wat werk te zoeken.
Altijd leuk, belangstelling voor je fiets |
Kleding moet functioneel zijn |
En passant de Kreeftskeerkring |
Moeder en kind goed gemutst |
Er is nog iets
dat opvalt, in de kleinste dorpen staan minimaal 6 verschillende kerken van
allerlei gezindten. Baptisten zijn populair, maar ook Jehova’s kom je tegen en Katholieke
kerken, wat een zendelingen zijn hier neer gestreken, het is dan ook een mooi
gebied.
De 135 km gaan vlot
en om 15.00 ben ik in Tamu. Bij een hotel vlak voor de grens probeer ik mijn
Myanmar Kyats kwijt te raken. De receptionist vraagt of ik een permit heb geregeld
via Exotic Myanmartravels en gaat meteen aan de slag om kopietjes te maken voor
de immigration en mijn geld te wisselen. Goeie service, maar ik kom er wel min
of meer toevallig achter. Hij rijdt ook nog mee naar de grens en loodst me vlot
langs de immigration. Op naar India!
Eerst over de
Friendship bridge, dat was dan de tweede, want bij de grens Thailand – Myanmar lag
er ook al eentje. Dan langs een vuilnisbelt, welkom in India. Het eerste wat ik
tegenkom is een gebouw van de douane, na wat formuliertjes invullen, waarop ik
moet aangeven hoeveel geld ik bij me heb ennwat de waarde van mijn spullen is,
wordt ik doorgestuurd naar de immigration. Er wordt op een kladje een kaartje
geschetst. Het immigratiekantoor ligt midden in het stadje Moreh en maakt onderdeel
uit van een complex van een politiekazerne.
De immigrationofficer moet even gezocht worden, hij staat te douchen, hij
zwaait even in zijn korte broek en 10 minuten later komt hij met zijn
immigrationtas, bij mij onder de veranda zitten, waar ik zolang kon wachten.
Drie formuliertjes later zet hij keurig een stempel in mijn paspoort en ik ben
“Good to go”.
De laatste meters in Myanmar |
Mooie tekst op het Immigration kantoor in Tamu |
De Myanmar India Friendship bridge |
Nu nog een
guesthouse zoeken, er zijn er genoeg, maar die zien er aller belabberdst uit.
In de Lonely Planet staat de Sanghailodge als advies aangegeven, dus daar wil
ik naartoe, het blijkt vlak om de hoek, maar is ook allerbelabberdst.
Dit is een hotel, waar je al je tassen dicht moet maken ’s nachts, zoadt er geen ongedierte in kan kruipen en waar je in je eigen slaapzak slaapt. Ik heb deze trip alleen mijn tent nog niet gebruikt, maar voor de rest alles, mijn luchtbed, slaapzak, lakenzak en mijn klamboe. In allerlei combinaties of soms tegelijk.
Van Karin en Harald uit Tilburg, die hier vorig jaar ook zijn geweest heb ik begrepen, dat dit een nogal avontuurlijk plaatsje is, hun werd aangeraden niet naar buiten te gaan ’s avonds omdat er in wapens zou worden gehandeld. Nadat ik een simcard heb gekocht en een vreselijk hete chili heb gegeten, kruip ik er ook maar vroeg in.
Dit is een hotel, waar je al je tassen dicht moet maken ’s nachts, zoadt er geen ongedierte in kan kruipen en waar je in je eigen slaapzak slaapt. Ik heb deze trip alleen mijn tent nog niet gebruikt, maar voor de rest alles, mijn luchtbed, slaapzak, lakenzak en mijn klamboe. In allerlei combinaties of soms tegelijk.
Van Karin en Harald uit Tilburg, die hier vorig jaar ook zijn geweest heb ik begrepen, dat dit een nogal avontuurlijk plaatsje is, hun werd aangeraden niet naar buiten te gaan ’s avonds omdat er in wapens zou worden gehandeld. Nadat ik een simcard heb gekocht en een vreselijk hete chili heb gegeten, kruip ik er ook maar vroeg in.
Dinsdag 9
februari Moreh naar Imphal
De dag begint
weer vroeg, het wordt vandaag flink klimmen, die klimmetjes blijken erg steil
te zijn, na een kilometerof 15 kom ik bij een uitgebreid checkpoint waar zo
ongeveer mijn halve paspoort wordt overgeschreven, de militairen zijn erg
vriendelijk, ik krijg thee van ze en wordt naar hun kantine geloodst.
Verder gaat het weer, op een bepaald moment vindt ik het wel genoeg en probeer auto’s aan te houden. Bij een vrachtauto met hout is het raak en mag ik instappen. De vrachtauto is eigenlijk een oude bus, waar achterin een klep is gemaakt, waar ze teakplanken in hebben geschoven. Voorin is een zitje voor de bijrijder, waar gemakkelijk 3 personen op kunnen. De bijrijder schat ik op een jaar of 15. Op elk vlak stuk moet hij uitstappen om wat water tegen de radiator aan te gooien, de auto is zo’n wrak dat het water door een gat in de het dashboard tegen de chauffeur opspat.
Regelmatig wordt er gestopt voor een checkpoint, het leger heeft het gebied flink onder controle. Ook is de weg plaatselijk erg slecht door aardverschuivingen, die komen hier altijd voor, maar een maand geleden is hier een flinke aardbeving geweest en dat is nog goed te zien. Op twee plaatsen worden er latten gedoneerd aan het leger, hoe dat in elkaar steekt weet ik ook niet. Verder wordt er nog tol betaald. De jongen krijgt 1000 roepie van d chauffeur en krijgt er 900 terug van de soldaat. Als we alweer rijden telt hij ze buiten het raampje na, houdt een biljet in zijn linker hand en maakt een propje van de andere acht en geeft ze aan de chauffeur. Tegelijkertijd stopt hij de 100 roepie in zijn linkerzak van zijn jack. Lekker knulletje!
Na het hoogste punt stap ik uit, afdalen lukt nog wel, het is nog ruim 50km naar Imphal. Voor mij is dit het laatste stuk op de AH1 (Asian Highway nr 1)
Schade van de aardbeving van januari 2016 |
Verder gaat het weer, op een bepaald moment vindt ik het wel genoeg en probeer auto’s aan te houden. Bij een vrachtauto met hout is het raak en mag ik instappen. De vrachtauto is eigenlijk een oude bus, waar achterin een klep is gemaakt, waar ze teakplanken in hebben geschoven. Voorin is een zitje voor de bijrijder, waar gemakkelijk 3 personen op kunnen. De bijrijder schat ik op een jaar of 15. Op elk vlak stuk moet hij uitstappen om wat water tegen de radiator aan te gooien, de auto is zo’n wrak dat het water door een gat in de het dashboard tegen de chauffeur opspat.
Regelmatig wordt er gestopt voor een checkpoint, het leger heeft het gebied flink onder controle. Ook is de weg plaatselijk erg slecht door aardverschuivingen, die komen hier altijd voor, maar een maand geleden is hier een flinke aardbeving geweest en dat is nog goed te zien. Op twee plaatsen worden er latten gedoneerd aan het leger, hoe dat in elkaar steekt weet ik ook niet. Verder wordt er nog tol betaald. De jongen krijgt 1000 roepie van d chauffeur en krijgt er 900 terug van de soldaat. Als we alweer rijden telt hij ze buiten het raampje na, houdt een biljet in zijn linker hand en maakt een propje van de andere acht en geeft ze aan de chauffeur. Tegelijkertijd stopt hij de 100 roepie in zijn linkerzak van zijn jack. Lekker knulletje!
Na het hoogste punt stap ik uit, afdalen lukt nog wel, het is nog ruim 50km naar Imphal. Voor mij is dit het laatste stuk op de AH1 (Asian Highway nr 1)
Imphal, mijn laatste AH1 stukje |
Vanaf Thailand heb ik op de AH1 gereden, het duurt nog wel even voordat dit een mooie doorgaande weg is, zoals wij die in Europa kennen.
Imphal is een
flinke stad en hoofdstad van de staat Manipur. Manipur is heel lang zelfstandig
geweest en is nu vooral opstandig. Er zijn hier heel wat onlusten geweest. ’s
Avonds in het hotel Google ik wat en ziendat er vorig jaar nog heel wat geschoten
is en aan beide zijden zijn heel wat doden gevallen. Dan zijn er ook nog
onderlinge gevechten tussen rebellengroepen. Ik besluit morgen maar eens niet te gaan
fietsen en met de bus te gaan. In het
hotel kan je een plaats reserveren. Het wordt mij al duidelijk gemaakt dat het
geen touringcar is, maar een kleiner voertuig, maar mijn fiets kan mee.
Woensdag 10
februari naar Jiribam
Om 06.30 moest ik
me melden op het busstation dat gelukkig vlak bij was. De bussen blijken jeeps te
zijn waar, op de twee achterbanken in totaal 8 passagiers worden gepropt, naast
de chauffeur zijn ook nog twee plaatsen en achterin is er ook nog plaats voor
twee. Op straat krijg ik een kaartje waarop seat nr 7 staat, geen idee welke
stoel dat is.
Om 07.30 ligt alle bagage en mijn fiets op het dak en vertrekken we met in totaal 12 passagiers. Naast mij zitten een paar onderwijzers die goed Engels spreken, dus das is handig en leuk. Voor vertrek begon het al te regenen en als we op weg gaan wordt het niet beter af en toe gaat he flink te keer. De auto heeft maar één ruitenwisser, maar die doet het niet. Na een kilometer of 10 gaat het omhoog en passeren we het eerste checkpoint. De chauffeur moet uitstappen, zich melden bij de wacht en een paar vragen beantwoorden, dit blijft de hele dag zo doorgaan.
Om 07.30 ligt alle bagage en mijn fiets op het dak en vertrekken we met in totaal 12 passagiers. Naast mij zitten een paar onderwijzers die goed Engels spreken, dus das is handig en leuk. Voor vertrek begon het al te regenen en als we op weg gaan wordt het niet beter af en toe gaat he flink te keer. De auto heeft maar één ruitenwisser, maar die doet het niet. Na een kilometer of 10 gaat het omhoog en passeren we het eerste checkpoint. De chauffeur moet uitstappen, zich melden bij de wacht en een paar vragen beantwoorden, dit blijft de hele dag zo doorgaan.
In de dorpen moeten de passagiers uitstappen, te voet naar het checkpoint
net buiten het dorp. De weg slingers voortdurend omhoog en wordt tegelijkertijd
ook slechter en slechter. Grote kuilen en gaten, het meeste is onverhard. Ben
blij dat ik niet op mijn fiets zit. Tussen de checkpoint komen we nu ook
patrouilles te voet tegen, met vaak zwaar bewapende militairen, dit is
duidelijk geen oefening.
Om een indruk te krijgen:
Om een indruk te krijgen:
https://youtu.be/UzW7nVH3FRo
Om 17.30 zijn we in het 90km verderop gelegen Jiribam, dit blijkt het eindpunt te zijn van de rit. Als je verder naar Silchar wil moet je overstappen. De twee onderwijzers blijven in Jiribam slapen en ik krijg een 150 roepies terug van de chauffeur omdat ik geen gebruik maak van de overstap. De onderwijzers nodigen me uit om samen met hun naar een hotel te gaan en we nemen ons intrek in een hotelletje in een van de zijstraten van Jiribam. Voor Euro 5 ben ik onder de pannen.
Om 17.30 zijn we in het 90km verderop gelegen Jiribam, dit blijkt het eindpunt te zijn van de rit. Als je verder naar Silchar wil moet je overstappen. De twee onderwijzers blijven in Jiribam slapen en ik krijg een 150 roepies terug van de chauffeur omdat ik geen gebruik maak van de overstap. De onderwijzers nodigen me uit om samen met hun naar een hotel te gaan en we nemen ons intrek in een hotelletje in een van de zijstraten van Jiribam. Voor Euro 5 ben ik onder de pannen.
’s Avonds gaan we eten, lekker gemakkelijk met twee gidsen. Daarna alvast nog even langs het checkpoint voor foreigners, waar ik een stempel in mijn paspoort krijg als bewijs dat ik Manipur verlaten heb en Assam ben binnengekomen.
Donderdag 11 februari naar Silchar
Het blijkt toch
nog een flink stuk te zijn en ook niet helemaal zonder heuvels, het meest
vervelende is wel dat de weg vaak heel erg slecht is.
In Silchar aangekomen staat er een grote file voor de brug. Ik kan me er langs wringen en in Silchar zelf blijkt een rotonde bezet te zijn door protesterende studenten, ze vormen arm in arm een ketting rond de buitenzijde van de rotonde, alleen voetgangers laten ze door. Ik was al een tijdje afgestapt en dring door tot aan de ketting en krijg van een bol studentje te horen dat ik er niet door kan. Ik antwoord hem dat ik een Foreign tourist ben en krijg meteen bijval van een stel Indiërs. De student laat me door, iemand gaat me zelfs voor om een pad te banen. De politie die er bij staat lachen zich misselijk.
Ik ben dan nog
niet in mijn hotel, maar moet nog een hele partij drukte door.
Gelukkig is het een prima hotel, met restaurant, dat die dag gesloten is vanwege een vergadering.
In hotels in India eet vrijwel iedereen op de kamer, voor roomservice wordt niets extra gerekend.
Gelukkig is het een prima hotel, met restaurant, dat die dag gesloten is vanwege een vergadering.
In hotels in India eet vrijwel iedereen op de kamer, voor roomservice wordt niets extra gerekend.
Vrijdag 12
februari Silchar
Om 04.00 ’s nachts krijg ik een bevestiging vanwat ik al voelde aankomen, de chickenfingers die ik gisteravond op heb waren absoluut niet goed. Ze komen er aan twee kanten in een noodvaart weer uit. Na twee keer overgeven heb ik het idee dat ik het ergste wel gehad heb. Fietsen zit er vandaag niet in. Wel immodium, ORS en warme thee. ’s Middags een klein stukje de stad in om wat appels en bananen te kopen. ’s Avonds voel ik me al weer een stuk beter. Het was ook goed stom om iets te eten wat absoluut geen lokaal voedsel is, ik heb al 4 weken bij de meest afzichtelijke tentjes gegeten, maar wel altijd er op gelet, dat er lokale bevolking zat. Dom, dom, dom.
Om 04.00 ’s nachts krijg ik een bevestiging vanwat ik al voelde aankomen, de chickenfingers die ik gisteravond op heb waren absoluut niet goed. Ze komen er aan twee kanten in een noodvaart weer uit. Na twee keer overgeven heb ik het idee dat ik het ergste wel gehad heb. Fietsen zit er vandaag niet in. Wel immodium, ORS en warme thee. ’s Middags een klein stukje de stad in om wat appels en bananen te kopen. ’s Avonds voel ik me al weer een stuk beter. Het was ook goed stom om iets te eten wat absoluut geen lokaal voedsel is, ik heb al 4 weken bij de meest afzichtelijke tentjes gegeten, maar wel altijd er op gelet, dat er lokale bevolking zat. Dom, dom, dom.
Zaterdag 13
februari naar Karimganj
Naar Karimganj is
eigenlijk maar 55km, dus niet te vroeg opgestaan, als ontbijt veel geroosterd brood en een gekookt ei, toch ben ik blij
dat het maar een kort stuk is want na 30km voel ik me als een vaatdoek en ben
ik blij om in Karimganj aan te komen.
Aan beide zijden van het spoor, drie rijen dik opstellen. Mooi spektakel als de bomen open gaan |
De weg blijft slecht |
In Karimganj blijkt een prima hotel te
staan en voor 500 Roepies neem ik de duurste kamer, dat is ongeveer Euro 6,-.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten