Dit was het stuk,
waar ik toch wel een beetje tegenop zag, enerzijds omdat er een flinke bergrug overgestoken moet
worden, maar ook omdat de accommodaties om te overnachten niet erg voor het
oprapen liggen. Daarom eerst maar een klein stukje gefietst naar Pakokku, dat
ligt aan de overkant van een brede rivier op bijna 40km van Bagan.
Nog 500km naar de grens |
De 1 km lange brug |
Deze brandweerwagens staan bij ons al 50 jaar in het museum |
Pakokku is
ooit het bolwerk geweest van protesterende monniken. Deze protesten werden op
brute wijze neergeslagen, maar waren wel het begin van hervormingen in Myanmar.
Voor mijn overnachting heb ik de keuze uit drie hotels, ik kies de goedkoopste
en minst luxueuze aan de rivier. Het wordt gerund door twee oude dames, waarvan
er een perfect engels spreekt. De kamers zijn erg basic, maar de hartelijke
ontvangst is onbetaalbaar.
Na mijn gebruikelijke douche en wasbeurt van mijn kleding, fiets ik langs de vele klooster en over de markt. Om 15.00 wordt ik terugverwacht, want volgens de oude mevrouw was het dan tijd voor een “conversation”. Als ik tegen die tijd terug ben zit er een niet onknappe studente uit een boek met de dame een engels gesprek te oefenen. Dit was dus mijn conversation.
Na mijn gebruikelijke douche en wasbeurt van mijn kleding, fiets ik langs de vele klooster en over de markt. Om 15.00 wordt ik terugverwacht, want volgens de oude mevrouw was het dan tijd voor een “conversation”. Als ik tegen die tijd terug ben zit er een niet onknappe studente uit een boek met de dame een engels gesprek te oefenen. Dit was dus mijn conversation.
De studente scheikunde weet de betekenis van vrijwel alle woorden, maar de uitspraak is beroerd. Ik krijg het boek toegestopt, een kop thee en samen worstelen we 4 hoofdstukken door.
In Myanmar kun je
de pech hebben vlak bij een klooster te slapen, bij deze klooster kun je vanaf 5 uur ’s morgens meegenieten
van de preek die door grote luidsprekers ober de stad schalt. In Pakokku zijn
veel kloosters…..
Dinsdag 2
februari naar Pale
Meisjes zijn kleiner, verder is de kleding hetzelfde |
Van fietsers uit
Tilburg die deze route vorig jaar hebben gereden had ik al gehoord, dat de
politie in de volgende plaatsen niet soepel is als het gaat bij bemiddelen bij
overnachtingen. Hun eerste “knelpunt”was Yesagyo, waar ik snel aan voorbij rij.
Voor Yesagyo, kom ik nog wel langs een historische plaats, waar enorm veel
vervallen pagodes te zien zijn, ik denk wel bijna net zoveel als in Bagan.
Na 93 km kom ik in Pale terecht. Ik rij meteen naar het politiebureau, waar ik mijn vraag stel. De enige geüniformeerde 2ster agent spreekt geen engels, maar een onsympathiek ogende T-shirt agent doet het woord en zegt dat er geen accommodatie is in Pale en dat ik maar naar Monwya moet gaan zo’n 60km verderop en niet op mijn route. Na wat gesteggel laat ik het maar voor wat het is, want hier valt weinig eer te behalen. Ongeveer 500 m. na het verlaten van het politiebureau, komt er een brommertje naast mij rijden, de bestuurder vraagt of ik een guesthouse zoek. Jazeker! Hij brengt me naar een gebouw aan de hoofdweg, dat er niet als een guesthouse uitziet en ook geen opschrift heeft (dat ik inmiddels ken) Er zitten een paar meisjes van een jaar of twaalf en ik wordt gevraagd te wachten tot de ouders er zijn. Na een kwartiertje, wordt mij een van de 6 kamer getoond die aan de achterzijde tegen het pand zijn aangebouwd toch moet ik nog even wachten. N a een kwartiertje komt er een politieagent en die knikt goedkeurend, na nog een kwartiertje komt er een mannetje die zich voorstelt als immigration officer en mij een formulier laat invullen en bijna alle bladzijdes van mijn paspoort fotografeert. Ik mag slapen in Pale!
Woensdag 3
februari naar Kyaw
Pepers drogen |
Vandaag krijg ik
het stuk in de bergen voor mijn kiezen. Ik man er kort over zijn: het was zwaar.
Heel veel steile stukken, totaal 100 meter klimmen, wel een mooie omgeving.
Het guesthouse in Kyaw is snel gevonden. De eigenaar vraagt Kts 20.000, maar dat is het zeker niet waard. Ik geef er 10.000 voor en hij gaat (te) nel akkoord, waarschijnlijk toch nog teveel betaald! Het matrasje blijkt dikker dan mijn deken, gelukkig biedt mijn luchtbed uitkomst.
Het guesthouse in Kyaw is snel gevonden. De eigenaar vraagt Kts 20.000, maar dat is het zeker niet waard. Ik geef er 10.000 voor en hij gaat (te) nel akkoord, waarschijnlijk toch nog teveel betaald! Het matrasje blijkt dikker dan mijn deken, gelukkig biedt mijn luchtbed uitkomst.
Donderdag 4
februari, naar Gangaw
Ook over vandaag kan ik kort zijn, het was zwaar! Bij vertrek tref ik de eigenaar op een loopband, gek gezicht iemand met een lange rok aan het joggen. Niet veel mensen kunnen zich de luxe van een loopband veroorloven, de meesten hebben voldoende lichaamsbeweging.
Om een uur of vier rol ik Gangaw binnen en aan de hobbelige hoofdstraat staat een mooi gebouw, mijn hotel met airco, dikke matrassen, warm water etc. etc.
Vrijdag 5 februari
naar Kalemyo
Aangezien het
150km naar Kalemyo is en ik niet van
plan ben dat in 1 dag te doen, doe ik rustig aan en probeer vandaag de 80km vol
te maken.
Ik rij vanaf dag 1 eigenlijk al over de Asian Highway nr 1, een ambitieus plan om een snelle en goede verbinding te creëren van India tot aan de Grote Oceaan.
Hier is het nog lang niet zo ver, wel wordt er overal aan de weg gewerkt. Er worden op verschillende afstanden hopen grote keien neer gegooid, die door handwerk tot kleine keitjes worden geslagen, vervolgens worden er kampjes ingericht, waar vooral door vrouwen, die keitjes al s wegdek worden neergelegd. Op vuurtjes worden vaten met teer verwarmd, zodat de teer vloeibaar is. Deze wordt dan met gietertjes over de kiezels gegoten. Tussendoor en als laatste wordt de enige machine gebruik een grote wals drukt de hele zaak goed aan.
Goed fietsvoer, een soort langwerpige oliebollen en loempiaflappen |
Ik rij vanaf dag 1 eigenlijk al over de Asian Highway nr 1, een ambitieus plan om een snelle en goede verbinding te creëren van India tot aan de Grote Oceaan.
Hier is het nog lang niet zo ver, wel wordt er overal aan de weg gewerkt. Er worden op verschillende afstanden hopen grote keien neer gegooid, die door handwerk tot kleine keitjes worden geslagen, vervolgens worden er kampjes ingericht, waar vooral door vrouwen, die keitjes al s wegdek worden neergelegd. Op vuurtjes worden vaten met teer verwarmd, zodat de teer vloeibaar is. Deze wordt dan met gietertjes over de kiezels gegoten. Tussendoor en als laatste wordt de enige machine gebruik een grote wals drukt de hele zaak goed aan.
In de loop van de
ochtend ontvang ik het bericht dat mijn permit is toegekend. Voor de laatste
80km en voor de grensovergang heb je een permit nodig. Een permit vraag je aan
bij een travelagent in Myanmar en ze hebben een kopie van je paspoort en de visa
van India en Myanmar nodig (en $80,-)
De hele procedure duurt 20 dagen, je moet ook de exacte dag opgeven waarop je denkt de grens over te gaan, maar een paar dagen daarvoor krijg je de permit, die je dan ergens moet laten printen. Maar ik heb hem, een hele opluchting!
De hele procedure duurt 20 dagen, je moet ook de exacte dag opgeven waarop je denkt de grens over te gaan, maar een paar dagen daarvoor krijg je de permit, die je dan ergens moet laten printen. Maar ik heb hem, een hele opluchting!
Mijn permit voor de laatste 130km en de grensovergang |
Na zo’n 70 km
begin ik een beetje uit te kijken naar een plaats om te kamperen, tot ik in een
klein dorpje een ouderwets klooster op palen zie.
Ik beproef mijn geluk en kan blijven slapen. Er wonen maar twee monniken en een viertal weeskinderen. Ik krijg meteen koffie thee koekjes en van alles, daarna nog een keer rijst. Ik krijg voor het altaar en plaats toegewezen, waar ik me kan installeren onder mijn klamboe en op mijn luchtbedje.
’s Avonds blijk ik de bezienswaardigheid te zijn in het dorpje want telkens komen er wat mensen toevallig even kijken, de meesten moeten even aan mijn armen voelen of mijn haren wel echt zijn.
Ik beproef mijn geluk en kan blijven slapen. Er wonen maar twee monniken en een viertal weeskinderen. Ik krijg meteen koffie thee koekjes en van alles, daarna nog een keer rijst. Ik krijg voor het altaar en plaats toegewezen, waar ik me kan installeren onder mijn klamboe en op mijn luchtbedje.
’s Avonds blijk ik de bezienswaardigheid te zijn in het dorpje want telkens komen er wat mensen toevallig even kijken, de meesten moeten even aan mijn armen voelen of mijn haren wel echt zijn.
Ondertussen stat
de TV aan met een Amerikaanse knokfilm: Universal soldier.
Vrijdag 5 februari
Vrijdag 5 februari
Om 03.oo ’s
nachts wordt ik wakker door wat gerommel, daarna via de luidspreker een stuk of
10 keiharde knallen. Het teken voor het dorp dat de monnik gaat bidden. Oppermonnik
schuifelt de trap af naar de pagode die 300 meter verderop staat. De rest
blijft liggen. Rond 05.00 weer gerommel, deze keer de housekeeper en kort na
vijven gaat oppermonnik langs de klamboes om te wekken. Daarna wordt er een
tafeltje klaar gezet met allerlei gerechten en rijst.
De oppermonnik eet, de jongens zitten op een rijtje recht tegenover hem en kijken met grote ogen naar zijn lepel.Ze moetn nog even wachten, eerst bek ik aan de beurt, ze zitten nu tegenover mij en kijken elke hap mijn mond in, of uit?
Daarna wordt er voor hun een tafel neergezet en kunnen ze aanvallen.
Onderweg heb ik nog ergens printjes gemaakt van mijn permit, dit is ook een heel avontuur, op een oude printer, met een 4 kleuren inktpatroon op afstand, maar het werkt.
De oppermonnik eet, de jongens zitten op een rijtje recht tegenover hem en kijken met grote ogen naar zijn lepel.Ze moetn nog even wachten, eerst bek ik aan de beurt, ze zitten nu tegenover mij en kijken elke hap mijn mond in, of uit?
Daarna wordt er voor hun een tafel neergezet en kunnen ze aanvallen.
Onderweg heb ik nog ergens printjes gemaakt van mijn permit, dit is ook een heel avontuur, op een oude printer, met een 4 kleuren inktpatroon op afstand, maar het werkt.
Gerrit
Geen opmerkingen:
Een reactie posten