vrijdag 19 november 2021

Fietsreis Gambia oktober november 2021


In het najaar van 2019 had ik bedacht om in maart 2020 vanuit Gambia via Zuid Senegal door Guinee Bissau naar Guinee Conakry te fietsen en weer terug via het oosten van Gambia. Maart is qua warmte een geschikt jaargetijde. Tijdens onze kerstvakantie 2019-2020 in Gambia alvast het visum voor Guinee Conakry gehaald. Het ticket was al eerder geboekt. De corona pandemie gooit roet in het eten. Mijn vertrek op 20 maart 2020 blijkt niet mogelijk. Ik kan het ticket nog wel verzetten en besluit dan om mijn reis één jaar uit te stellen naar maart 2021. Ook dat blijkt niet mogelijk. Oktober 2021 kan dan nog en is tevens mijn laatste kans. Het is qua weer bijna de slechts mogelijke periode, het einde van het regenseizoen is dan drukkend warm. Ook kan ik Gambia niet uit, want de grenzen met de andere landen zijn dicht. Het concept maar verandert in korte ritjes maken, onderbroken door een paar dagen rust om de omgeving te verkennen en vogels te spotten. 

Het complete fotoalbum:

https://photos.app.goo.gl/4zpVAPJqoQB54tbB8


Het verslag hieronder. 


Donderdag 21 oktober. De eerste fietsdag


Eerst maar eens de normale ochtendroutine. Naar mijn "bakker" om mijn tapalapa (stokbroodje) te halen, ontbijten en op pad. Eerst 17 km naar de ferry in de hoofdstad Banjul. Banjul ligt op een eiland en is met een brug verbonden met het vaste land. Ik heb geluk. De veerpont "Kunta Kinteh" is net aangekomen. Dus nauwelijks wachttijd voor 150 Dal een kaartje voor een "bicycle with rider" Rond 12.00 ben ik in Barra het begint al akelig warm te worden, dus rustig aan maar. Rond 14.00 kom ik een bordje tegen: Mr B's camp. Ik had er al eens iets overgelezen. Erg basic maar ook erg vriendelijk. Het klopt allemaal. Ik kies voor een cabin. Of ik ook wil lunchen? Natuurlijk! Mr B. maakt een voortreffelijke domada (pindasaus met diverse groentes) en rijst. Geen vlees. Later vraag ik hem hoe vaak de locals vlees eten, hij schat hooguit eens per week. Electriciteit is er, maar geen sanitair. Dus het wordt een "local shower". Ik ben de enige gast, het verbaast mij dat hij later een spraakbericht krijgt uit Duitsland met de vraag voor een arrangement voor 6 personen. Wat mij betreft een prima begin van de trip.



Vrijdag 22 oktober naar Kerewan


Bij het eerste daglicht opgestaan. Naar het primitieve toilet achter de golfplaten, scheren bij mijn hut. Mr B. komt mij netjes een pannetje gekookt water brengen voor mijn morningcoffee. Natuurlijk ook handig voor het scheren. Rond 07.30 zit ik op de fiets. Het is nog niet te warm. Ik kom weer langs Berending met de bijzondere boom. Er zitten veel knal oranje wevers tussen het gras. Ook zijn er veel kinderen op het land bezig. Aan een paar vraag ik of ze niet naar school moeten, ze zitten in de afternoon shift. Bij een marktje nog een paar bananen gekocht en even genoten van wat er allemaal gebeurd. Dan weer verder richting Kerewan. Om in Kerewan te komen moet je een zijrivier van de Gambia oversteken en fiets je over een dijkje door de "wetlands". Ik fotografeer wat vogels en opeens hoor ik een schot achter mij en zie een man met een zelfde soort reiger onder zijn arm rennen als die ik net stond te fotograferen….. Nog een 15 minuten en ik vind in Kerewan een prima guesthouse met douche, toilet, fan en een restaurant. De electriciteit is prima, morgen naar Farafenni








Zaterdag 23 oktober


Behoorlijk beroerd geslapen en besloten om nog een dag te blijven. Wel verhuisd naar een kamer met airco in de hoop zo beter uitgerust op pad te kunnen. Dat uitrusten viel ook tegen, want 's avonds was er een kinderverjaardagsfeestje met flink wat herrie.


Zondag 24 oktober


Op pad naar Farafenni. De Northbank road is een mooie rustige weg, het blijft qua rust, drinken en eten toch continue spelen met de hitte, want het is niet onder de 35C. Rond 14.00 kom ik in Farafenni aan en neem een "sept places" taxi. De Renault Espace is schijnbaar de standaard, want je ziet niet anders. 

De stoelen zijn een stuk rianter dan in een "bush-taxi" want daar zit je  meestal op planken. De afstand Farafenni naar Kuntaur is te ver om in een dag te fietsen er zijn geen overnachtingsmogelijkheden onderweg en het is heet. Halverwege worden we aangehouden bij een checkpoint en een vrouwelijke politieagent vraagt van wie de fiets is. Van de toubab. "Can I see the papers of the bicycle?" Die heb ik niet. Ik moet meekomen naar een kantoortje en ik krijg van haar mannelijke collega een preek waar de honden geen brood van lusten. Het ventje heeft schijnbaar iets tegen blanken, want hij blijft maar doorgaan. Ondertussen heb ik mijn betalingsbewijs van Brussel airlines tevoorschijn getoverd om te laten zien dat ik toch echt zelf deze fiets heb meegenomen en komt er iemand van de Immigratiedienst die naast het checkpoint een bureau heeft op zijn hurken voor mij zitten en fluistert mij toe: "Apologise, apologise". Dat doe ik dan voor de zekerheid maar 3 keer en stel voor om handen te schudden, wat wel niet helemaal coronaproof is, maar vooruit dan maar. We kunnen weer vertrekken. 

Aan het einde van de middag kom ik in Wassu aan en dan is het nog een stukje naar het guesthouse Kairoh garden in Kuntaur. Een prima guesthouse met vriendelijke mensen en lekker eten.





Maandag 25 oktober Kuntaur en Wassu


Met de electriciteit is het niet alles in de Gambia en ook hier begaf het net het al vrij snel. 's Avonds gaat er een agregaat aan en dan is er een paar uur stroom, voldoende om bij elektrisch licht te eten en om je spullen op te laden. Na het ontbijt stap ik maar eens op mijn fiets en ga via de rijstvelden naar Wassu. In Wassu heb je de stonecirkels. Dat is een soort stonehenge, maar dan niet zo oud en ook niet zo groot. Ik ben de eerste toerist sinds lange tijd en drink eerst een kopje thee met de staf. Daarna terug naar het guesthouse en 's middags nog een rondje door de rijstvelden.







Dinsdag 26 oktober laatste dag in Kuntaur


De dag doorgebracht met het verkennen van de omgeving van Kuntaur en wat vogelspotten. Kuntaur is ooit een florerende plaats geweest vooral dankzij de verbouw en verwerking van rijst. Er staan nog steeds enorme silo's en er is een grote aanlegsteiger. Helaas alles verloederd. Veel rijstvelden zijn overwoekerd door waterlelies er is of beter was een heel stelsel van kanaaltjes en sluizen om het waterniveau te regelen. 





Als ik terugkom van mijn ritje tref ik 3 nederlanders. Een bijzonder gezelschap een broodmagere oudere man, een Gambiaanse Nederlander en een jongen uit Breukelen. Ik schat de laatste rond de 

twintig. Magere Hein gaat binnenkort met pensioen en is zo'n typische zuipende en rokende "toerist" waarvoor ik mij schaam. 

Hij heeft al een eigen woning (kamers) in Gambia en een "sjoppie" voor de lol. 

Hij zit eerst een tijdje te schelden op Nederland en het coronagedoe en vervolgens gaat hij verder met schelden op Gambia en de Gambianen. Ik denk dat hij ook niet blij kan zijn met zichzelf, wat een verschrikking. Ze gaan een dag heen en weer naar Kuntaur om een boottripje de chimpanzees krokodillen en de nijlpaarden te zien. Ze komen ze geen van drieën tegen. Ze lunchen nog wat (magere Hein lust geen rijst). Als ik weer op safari ben kom ik ze tegen. Iemand van de twee heeft ook nog een taxibedrijfje: Europe taxi's….

 











Woensdag 27 oktober naar Janjanburreh 


Na mijn ontbijtje iets meer dan €50,- voor mijn verblijf incl. maaltijden en drankjes. 

Daarna op pad naar Janjanbureh. Het is allemaal lang niet vlak en wel flink heet. Janjanbureh is een eiland in de rivier en om het vanaf het noorden te bereiken moet je een pontje gebruiken. Na het pontje wordt je meteen bestookt door pushers die je allemaal het beste guesthouse aanbieden. Ik had al iets op het oog, ga het bekijken en vindt het eigenlijk maar niets. Duur in vergelijking met de voorgaande guesthouses en zeker niet beter. Besluit maar eens aan de zuidkant te gaan kijken, dat blijkt ook ongeveer dezelfde prijs te zijn, maar het ziet er in ieder geval een stuk beter uit. De solar electriciteit doet het maar er blijkt nog geen water te zijn. De tank moet nog even volgepompt worden. Het water blijkt via een motorpomp uit de rivier te komen. Dus tandenpoetsen en douchen met bruinig water. Ik had gehoopt hier een paar dagen te blijven, maar ik hou het toch maar op één nachtje. Van de twee jongens die de lodge bestieren zit er een in grade 8 en de ander heeft een paar grades gemist want hij spreekt nauwelijks engels. Ze hebben niet op voorraad, als ik om een cola vraag springt er een op de fiets om het in het dorp, een kilometer verderop te halen. Zo gaat het ook met het avondeten.








Donderdag 28 oktober naar  Bansang.


Naar Bansang is het maar iets meer dan 20km dus rustig aan. Vlak voor Bansang wordt er een nieuw Covid ziekenhuis gebouwd in Bansang zelf is een groot ziekenhuis voor de regio. Als ik de plaats binnenfiets wordt ik gestopt door een politieagent die vriendelijk vraagt wat mijn plannen zijn en mijn zijn chef wijst die duidelijk verlegen is om een praatje. Na wat kletsen stap ik weer op. Zo kan het ook en zo gaat het meestal. Het guesthouse is snel gevonden en is wat mij betreft prima. 's Middags nog even rondstruinen. Ik kan het hier wel  even volhouden. 's Middags een beetje rondgekeken in Bansang en een restaurant gevonden waar ik wel durf te eten. Als ik terugkom blijken er nog twee toubabs in het guesthouse te zijn. Het zijn twee Italianen, mannen. Ze leken mij een stel, dacht ik. Toen ik ze er naar vroeg schoten ze in de lach en zeiden dat ze allebei getrouwd waren. Ik heb toch nog mijn twijfels…… Ik heb me wel uitbundig verontschuldigd. Ze komen uit Zuid-Tirol tegen Oostenrijk aan. Ze hebben aan de overkant van de rivier een stuk grond gekocht en vanuit China is er een prefab huis onderweg. Het zijn aardige gasten, maar ik ben wel benieuwd of ze het hier gaan redden. Ik denk wel dat ze het aardig hebben voorbereid.








Vrijdag 29 oktober en zaterdag 30 oktober Bansang

's Morgens naar een nabij gelegen groeve geweest waar Roodkeelbijeneters zouden moeten zitten. Ik heb het geluk ze te kunnen spotten. Zaterdagmet een bootje naar de overkant, eigenlijk uit pure nieuwsgierigheid. Het dorpje zou "Bush city" g enoemd worden en dat blijkt ook nog te kloppen. Verder was het vandaag bloed en bloedheet. 's Avonds nog wat zitten kletsen met de Italianen en daarna op tijd naar bed. Morgen naar Basse.








Zondag 31 oktober naar Basse Santa Su


Basse ligt 60km verderop. Het is (gelukkig) flink bewolkt als ik vertrek en het fietsen gaat lekker vlot. Een paar keer bij een marktje wat gebruikt. Een keer een broodje met bruine bonen. Voedzaam en lekker en een keertje thee. Vlak voor Basse gaat het regenen gelukkig kon ik even schuilen bij een restaurantje ook weer met thee en nu een half tapalapa/egg/mayonaise. Kosten ongeveer € 0,75 .

In Basse ingeboekt bij hotel Agip prima hotel. Gewassen, gedoucht en wat inkopen gedaan. Morgen nog een klein stukje naar het oosten, dan noordelijk de Gambiarivier over en vervolgens naar het westen en daarmee is de reis terug begonnen! 



Maandag  1 nov in Basse


Ik besluit nog maar een dagje te wachten met mijn rondje Oost Gambia. Reden lichte diarree en het is bloed- en bloedheet. Het ontbijt was ook droevig. Rauwe frietjes die maar heel kort in de olie hadden gelegen en een omelet met ui, die er weer net iets te lang in heeft gelegen. Ik besluit de keuken maar eens te mijden. Het wordt vandaag macaroni.  






Maandag 2 nov naar Soma en Tendaba camp

De temperatuur is eerder gestegen dan gedaald en de komende dagen worden nog hogere temperaturen verwacht. Geen rondje Oost Gambia. Ik besluit een "sept places" taxi te nemen naar Soma en vandaar naar Tendeba. De reis met de Renault Espace gaat vlotjes. Voor 500 Dalassi ben 200km verderop. Dan nog een kleine 40km fietsen. Af en toe kijk ik eens op de thermometer van mijn fietscomputertje. Het is maar liefst 46C!

Dus regelmatig rusten. In de schaduw natuurlijk. Gambia lijkt een vlak land, maar het is eigenlijk nergens echt vlak. Rollende heuvels. In Tendeba neem ik maar eens een "dure" kamer. Met airconditioning. Verder is er nog een zwembad, ik kan hier wel twee nachten doorbrengen.









Dinsdag 3 nov Tendaba camp


Tendeba camp was vroeger een kamp voor jagers, maar sinds alles is weggeschoten vooral een kamp voor vogelaars, daarnaast worden er ook veel vergaderingen en workshops voor de overheid gegeven. Ik maak een paar rondjes in de omgeving, maar ontdek maar heel weinig vogels. Zeker geen vogels die nieuw op mijn lijstje zouden zijn.

Er is busje met Belgen. Allemaal voorzien van flinke kijkers en fotoapparatuur. Ze zijn vast nog niet lang in Gambia, want ze zijn stuk voor stuk spierwit. 's Avonds krijg ik via Facebook Messenger een berichtje van ene Clive Barlow van "Birds of the Gambia" met de vraag of ik voor een onderzoek Abbesijnse en de Rufous crowned scharrelaars wil tellen die op de elektriciteitsdraden zitten langs de  weg. Vooruit dan maar! Ik geef het keurig door, hij is er enorm blij mee.

Zo kan je nog iets bijdragen aan het natuurbehoud in Gambia.





Woensdag 4 nov naar Bintang Bolong



Het zal een taai stuk worden, het is nog steeds heet en het wordt een flinke afstand, ruim 77km. Het is nog steeds 40+ qua temperatuur. Voor kaas is dat wel lekker, om in te fietsen is het wat anders. Het worden dus kleine sprongetjes, in de schaduw en dan weer 10km of soms nog minder. Rond 16.30 kom ik bij de Bintang Bolong lodge aan. Er is nog wat verwarring over mijn reservering. Ik ben blij dat ik dat via Booking.com heb gedaan en krijg dan netjes mijn kamer. Het is de derde keer dat ik hier ben. In 2010 en 2013 was ik er ook al eens geweest. De lodge is behoorlijk opgeknapt en het eten is er prima.








Donderdag 4 nov Bintang Bolong


Het ontbijt is ronduit goed verzorgd. Een soort tosti met ei en groentes, daarnaast jus d'orange en brood met zoetigheid.



Na het ontbijt de omgeving verkend en de route 's middags nog een keertje gelopen. 

Bij de lunch blijkt het vloed te zijn en het halve restaurant is ondergelopen. Gelukkig is er ook een hoger gedeelte, zodat je nog droog kan zitten. Wel apart om de modderkruipers over de planken te zien bewegen. 's Middags tref ik een stuk of vijf apen aan langs het pad. Op de terugweg wordt ik gevraagd of ik belangstelling heb om aan het einde van de middag een boottochtje te maken. Je wordt dan rond gepeddeld langs de mangroves. Helaas weinig bijzondere vogels, het is toch een mooie tocht zeker om de zon onder te zien gaan vanaf het water.








Vrijdag 5 nov Bintang Bolong


Om 06.00 gaat de wekker. Ik heb voor een "early tour" met Omar afgesproken. Hij is denk ik bijna van alles in het dorp. "My father owns the village" zei hij gisteren tijdens de kanotocht. Hij wist ook nog een paar mooie plekken om vogels te spotten, dus vooruit dan maar. Ik ben helemaal niet zo van het gidsen. Maar Omar is niet onsympathiek en redelijk bescheiden. Hij laat me inderdaad bijzondere vogelsoorten zien. Hij weet precies waar welke vogels zitten. Niet iedereen die we tegenkomen is natuurliefhebber. Aan het begin van de terugwandeling komen we iemand tegen met een flink jachtgeweer. "To protect the peanuts against monkeys"

Na 1,5 uur zijn we weer terug en zoek ik mijn ontbijt op.

Tijdens de lunch blijkt dat het tij van de oceaan hier nog goed merkbaar is en de rivier een hoge waterstand heeft. een flink stuk van het terras staat onder water. Verder 's morgens wat lezen en 's middags nog even over het pad achter de lodge. Ik tref nog een bijzondere arend en weer een flink aantal apen. Morgen naar Kafuta.












Zaterdag 6 nov t/m maandag 8 nov . Kafuta


Lekker rustig ritje, rond het middaguur kom ik in Kafuta aan, eerst even relaxen en me installeren. Op zondag de omgeving verkend. Er wordt een boot gebouwd om te gebruiken door de gasten van de lodge en voor verhuur aan de vissers in het dorp. Maandag op de fiets naar het naastgelegen dorpje Tumani Tenda gegaan in de hoop daar de bruinnekpapegaai te spotten. Helaas niet gezien. Verder veel gelezen in de hangmat en 's avonds genoten van een perfecte quiche.









Dinsdag  9 nov naar Marakissa River camp


Het is 35km dus ook weer niet te ver. Ik heb nog twee dingen op mijn lijstje staan.

  1. Het verlengen van mijn visum
  2. Geld wisselen

In Mandina Ba kort voor Brikama is een checkpoint met een kantoor van de Immigration. Ik vraag of ik mijn visum kan verlengen. Door de twee beambten die buitenzitten, wordt ik naar binnen gestuurd en daar zitten nog een stuk of 3 collega's. Een vrouwelijke officier neemt me vervolgens mee naar het kantoor van het opperhoofd van deze post. Als ze de deur opent, tref ik iemand slapend op twee gammele burostoeltjes. Verschrikt wordt hij wakker, prevelend dat het "his privillage" is (om te slapen)

Hij gaat achter zijn buro zitten en bestudeert aandachtig mijn paspoort. Vervolgens worden er wat telefoongesprekken gevoerd en wordt mij gevraagd 1000 dalassi te betalen. De boss vertrekt met de woorden dat het "some minutes" kan duren. Na een uur is hij weer terug, al die tijd heb ik met de vrouwelijke collega wat zitten kletsen. 

Maar uiteindelijk heb ik toch mijn stempel. Als afsluiting krijg ik nog het visitekaartje van de boss, ik kan hem altijd bellen mocht ik in de problemen komen.

Het geld wisselen gaat gelukkig iets gemakkelijker. Ik moet nog wel even door een druk Brikama. Na Brikama kom ik op een akelig rustige grote weg. En vlak voor het Marakissa River Camp zie ik een softijs machine. Ik kan het toch niet laten om twee ijsjes te kopen. Na nog een kwartiertje fietsen kom ik bij het kamp aan.



Woensdag 10 nov t/m zaterdag 13 nov. Marakissa River Camp


Marakissa River Camp ligt op een prachtige plaats aan een rivier. Er zijn een aantal "roundhouses" met slaapkamers, twee "bantaba's (overdekt terras) Een voor het restaurant en een om naar de rivier te kijken en de "mini jungle" met waterbakken en zitstokken om vogels te lokken. Verder nog een klein bruggetje om de rivier over te steken en een aantal Canadese kano's om de rivier op te gaan.

Het camp wordt al ruim 20 jaar bestierd door Joop Hermse en zijn Gambiaanse echtgenote Adema. Joop is wat aan het tobben met zijn knie en daardoor slecht ter been. Adama is de spin in het web qua bedrijfsvoering en dat doet ze goed. Daarnaast kan ze erg lekkere gerechten op tafel zetten.

Mijn dagindeling in het Marakissa camp: Om 06.30 gaat de wekker, wassen, tandenpoetsen en scheren. 

Om 07.00 start vogelspottocht met een kano. De eerste dag krijg ik een jongen mee die voor het eerst op pad gaat met de kano. Adama probeert hem nog instructie toe te roepen. Ik heb geen idee welke. 

De jongen zit voorin de boot en ik achterin en ik ga ervan uit dat ik mee moet peddelen. Hij wijst af en toe heel "professioneel" naar een vogel, maar meestal is dat een duif. Hij is niet echt koersvast. Toch is het qua fotosafari bijzonder de moeite waard. Ik besluit dan ook elke ochtend een tochtje te maken en een dag langer te blijven.

Na de kanotocht staat rond 08.30 het ontbijt klaar. De rest van de dag is het een beetje lezen, maar vooral kletsen met Joop. Ik ben de enige gast, Joop is ongeveer 6 jaar ouder. We zijn dus generatiegenoten en het komt er op neer dat beider levens tijdens de gesprekken de revue passeren. Joop blijkt een "selfmade" man te zijn. Die een bouwbedrijf heeft gehad en zijn leven heeft aardig wat ups en downs gekend. Hij heeft het nu in ieder geval in Gambia uitstekend naar zijn zin en naast het managen van het camp vervullen ze ook een sociale rol binnen de lokale gemeenschap door scholen te bouwen en te renoveren. Op vrijdag komt een einde aan mijn "enige gast" status en zijn er groepen uit Spanje en België. De avondmaaltijd en het ontbijt blijkt prima te worden georganiseerd. Ik had hier nog wel een tijdje kunnen blijven, maar aan alles komt een eind.













Zaterdag 13 nov naar Kartong


Om over de verharde weg in Kartong te komen moet je een flinke omweg maken via Brikama. Met de fiets kun je een binnendoor weggetje nemen via Darsilami en Sifoe. Het tij moet wel mee zitten, want je passeert een stuk waar de brug is verwoest. Ik heb geluk en hoef maar een meter of 10 door het ondiepe water en kan gewoon op mijn fiets blijven zitten. In augustus ben ik hier ook langs geweest vanuit de andere richting. Toen was het zand niet zo los. Nu moet je op de hoge olifantenpaadjes blijven links en rechts van het pad. Na Sifoe is de weg weer verhard en rond 14.00 kom ik in Kartong aan bij de Halahin lodge. Even een kijkje genomen aan het strand en gekeken bij het meertje naast de lodge. Het is een afgraving die vol met water is gelopen. Wat weer heel aantrekkelijk is voor veel vogels.

De energievoorziening in de lodge kent 3 fases. Overdag is er geen stroom, laat in de middag kan het licht aan en staat er spanning op de stopcontacten en rond 22.00 start de generator waarmee de fans in de kamers van stroom worden voorzien. Ik denk dat ze die laten draaien tot de tank leeg is en dat is meestal rond 03.00 's nachts.





Zondag 14 nov Kartong


Kartong is het meest zuidwestelijk dorp in Gambia en wordt van Senegal gescheiden door de Halahinrivier. Ik wil daar wel eens een kijkje nemen. Je kunt er met een lokaal bootje ook oversteken. Aan de Gambiaanse kant is er een Immigration office en ik moet mijn paspoort laten, ook als ik niet wil oversteken. Het duurt wel even voordat mijn stempel is gevonden, want mijn paspoort begint al aardig vol te raken. Aan het haventje even een colaatje gedronken en gekletst met de lokale birdwatch guide. Als ik vertel waar ik deze en voorgaande trips ben geweest, dan blijkt het voor velen niet meer interessant te zijn om te vragen of ik een gids nodig heb. Het blijft dus bij kletsen. Daarna nog een bezoek gebracht aan het "natte" gebied zuid van Kartong. Met een gids deze keer, maar dat valt behoorlijk tegen.

's Middags nog even de twee meertjes bezocht grenzend aan de lodge. Zelfs de eigenaar van de lodge heeft geen weet dat er direct naast zijn lodge zoveel moois is te zien.







Maandag 15 nov naar Tanji


Naar Tanji is het bijna 40 km, niet zo erg ver dus. Toch valt het niet mee. Een flinke tegenwind, het is heet en ik moet ook voortdurend uitkijken want tussen Kartong en Gunjur zijn veel zandafgravingen en er rijden voortdurend vrachtwagens. In Tanji een hapje gegeten bij de Ocean Lounge, waarvan ik de eigenaar ken. Ik kan daar prima mijn fiets achterlaten om even een kijkje te nemen bij het binnenhalen van de vis, altijd een prachtig spektakel. De vis wordt eerst met manden en bakken van de boten gehaald. De sjouwers moet daarvoor tot bijna aan hun schouders door het water. Daarna wordt de vis in een kruiwagen gekieperd. Soms wordt de vis direct verkocht, soms gaat het naar een van de rokerijen. In ieder geval veel herrie, kleuren en vooral ook veel geuren.







Na mijn bezoek aan visserij, moet ik nog even naar mijn lodge. Deze ligt een kilometer of twee van de hoofdweg en om daar te komen is het weer ploegen langs en door los zand. Kairoh garden lodge is het moederfiliaal van Kairoh garden lodge in Kuntaur waar ik eerder deze trip verbleef. De eigenaresse is een Nederlandse getrouwd met een Gambiaan die in Nederland heeft gewerkt en heel aardig Nederlands spreekt. Ook tref ik de echtgenote van de beheerder van de lodge in Kuntaur. Ze is hoogzwanger en kennelijk is het veiliger om aan kust te bevallen, dan in het binnenland. De eigenaresse Barbara blijkt secretaris te zijn van de vereniging VSG (Verenigde Stichtingen Gambia). Aan tafel is zij dan ook druk in gesprek met diverse mensen die allerlei hulpdoelen in Gambia beheren. En dan geen kleine doelen. Zo tref ik een man die het schoolgeld van 100 kinderen betaald. (of zijn bedrijf). Ook tref ik een aantal studenten van de TU in Delft die een of ander project in Janjan Burreh opstarten. Dan nog een meisje dat net terug komt van haar "experience". Dat was assisteren bij de verkoop van watermeloenen. Zodra ze gaat zitten besteld ze een flesje bier. Ik weet zeker dat dat ene flesje bier meer kost dan de opbrengst van een hele watermeloen. Het zou pas een "experience" zijn als je zou proberen te leven van de opbrengst… Ik heb er nog spijt  van dat ik het haar niet heb gevraagd… Later verschijnt er nog een jongen (ook een WO student) die voor "the experience in a local shop" heeft gestaan. Ze hebben hem er weg gestuurd om zogenaamd uit te rusten. Iedereen die een toubab (blanke) ziet werken, denkt if dat hij teveel betaald of dat de eigenaar van de shop gesponsord wordt…..

Later blijkt dat er bij Kairoh garden betaald moet worden voor stages en vrijwilligerswerk. Niet echt ongebruikelijk in Afrika, maar toch niet mijn ding.


Dinsdag 16 nov  naar Brufut

Het is maar een ritje van niets om in Brufut bij de compound van Allaghie te komen.

Hij heeft de compound kunnen bouwen mede door de opbrengst  van de geitenvellen die hij schoonmaakt en ons aanlevert en wij weer verkopen aan mensen in Nederland die drums repareren.

Het is een heel avontuur om bij zijn huis te komen. Allemaal wegen met vooral veel los zand. Ik weet het toch te vinden. Allaghie is niet thuis maar een belletje en hij is er. Hij fungeerde ook als "achtervang" voor mij voor het geval mij of mijn fiets iets zou overkomen. Zijn compound is van alle gemakken voorzien. Mooie badkamer met douche en toilet en de hele dag solar elektriciteit.

's Middags gaan we eten in een lokaal restaurant. Als we van huis vertrekken steekt Allaghie twee lepels in zijn broekzak want "it is better to have your own spoon"







Woensdag 17 nov t/m vrijdag 19 nov Brufut

Allaghie


Woensdag en donderdag wil ik graag een beetje relaxen aan het strand bij de Kunta Kinteh bungalows waar we altijd verblijven als we in Gambia zijn en omdat ik het rondje compleet wil maken ga ik woensdag op de fiets heen en weer. Donderdag laat ik me door Allaghie afzetten, want ik ben het geploeter door het losse zand wel een beetje zat. 




Vrijdag wil ik de omgeving van Allaghie zijn  compound nog even verkennen voor wat betreft vogels. Na een paar honderd meter blijk ik al in de omgeving van het Brufut forest te zijn. Een soort natuurreservaat. Ik loop ook meteen een vogelgids tegen het lijf (of hij mij). Ik besluit mij door hem te laten gidsen. Vogelgids is een echt beroep in Gambia. Het blijkt een prima gids te zijn. Voor de tweede keer zie ik de nachtzwaluw. Ik denk misschien wel de best gecamoufleerde vogel. Ze liggen op de grond en ze vallen nauwelijks op. Er blijkt ook een soort vogelvoerplaats te zijn compleet met bankjes. Na een uur of twee keer ik weer terug naar Allaghies compound. Ontbijtje en daarna is het inpakken. Eerst mijn spullen, daarna mijn fiets. Allaghie pakt de geitenvellen in die we voor hem gaan verkopen.







Zo komt een einde aan mijn 5 weken in Gambia waarvan 4 weken op de fiets. Het concept is me goed bevallen. Uiteindelijk noodgedwongen door de hitte, maar niet te lange stukjes fietsen en vervolgens ergens een paar dagen blijven hangen heeft niet verkeerd uitgepakt.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten