Daar gaatie weer op de fiets de woestijn in, eerst nog wat industrie en daarna is links niets en rechts niets. 55km te gaan! Na 15km kijk ik eens naar links en zie een vliegtuig staan in de verte, echter geen vliegveld te bekennen! Later op Google maps gekeken en inderdaad daar staat hij ook. Vreemd.
Na 25 km steekt er een gemene wind op en mijn snelheid wordt teruggebracht naar 9km/u. Even uitrusten in de luwte, het enige mooie is de zon die schijnt. Na 55km, mijn afslag naar Mang’it en mijn eerste Chayana (is theehuis). Na de afslag heb ik de wind van links en valt het fietsen wel weer mee. Na een paar kilometer kom ik bij de rivier de Amur Darya. Een flinke rivier, die feitelijk de Aralzee voedde. Er wordt tegenwoordig zoveel water aan de rivier onttrokken voor de irrigatie van katoenvelden, dat de Aralzee opdroogt. Dat is trouwens ook een toeristische trekpleister. Ik heb me voorgenomen te gaan kijken als hij weer vol staat.
Na 78 km kom ik in Mang’it waar een hotel moet zijn. Het hotel is echt een sovjetbunker, op de 2e verdieping worden kamers verhuurd. Het ziet er allemaal niet uit, maar het kost ook niet veel. Mijn kamer heeft een balkon, maar daar ga ik alleen maar op als de rest van het hotel in de fik staat. In Nederland zou het al lang wegens betonrot zijn gesloten. Een ouder echtpaar bestieren de boel en ze zijn erg vriendelijk. Het enige beetje moderne is de oude computer, waarmee hij mij moet registreren, want dat is belangrijk hier.
In ieder geval heb ik er weer een registratieslip bij en kan ik binnen slapen, voor de zekerheid wel in mijn slaapzak.
Na 25 km steekt er een gemene wind op en mijn snelheid wordt teruggebracht naar 9km/u. Even uitrusten in de luwte, het enige mooie is de zon die schijnt. Na 55km, mijn afslag naar Mang’it en mijn eerste Chayana (is theehuis). Na de afslag heb ik de wind van links en valt het fietsen wel weer mee. Na een paar kilometer kom ik bij de rivier de Amur Darya. Een flinke rivier, die feitelijk de Aralzee voedde. Er wordt tegenwoordig zoveel water aan de rivier onttrokken voor de irrigatie van katoenvelden, dat de Aralzee opdroogt. Dat is trouwens ook een toeristische trekpleister. Ik heb me voorgenomen te gaan kijken als hij weer vol staat.
Na 78 km kom ik in Mang’it waar een hotel moet zijn. Het hotel is echt een sovjetbunker, op de 2e verdieping worden kamers verhuurd. Het ziet er allemaal niet uit, maar het kost ook niet veel. Mijn kamer heeft een balkon, maar daar ga ik alleen maar op als de rest van het hotel in de fik staat. In Nederland zou het al lang wegens betonrot zijn gesloten. Een ouder echtpaar bestieren de boel en ze zijn erg vriendelijk. Het enige beetje moderne is de oude computer, waarmee hij mij moet registreren, want dat is belangrijk hier.
In ieder geval heb ik er weer een registratieslip bij en kan ik binnen slapen, voor de zekerheid wel in mijn slaapzak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten